zondag 26 augustus 2012

GPS Receiver GP-E2 van Canon

Vooral als je op reis bent of op fotovakantie kan het interessant zijn om later de exacte locatie van een foto te weten. Daar heb je tegenwoordig geen ijzersterk geheugen meer voor nodig, maar kun je een beroep doen op de gps-satellieten. Veel compactcamera’s zijn al voorzien van een gps-ontvanger en voor systeemcamera’s heeft Jobo al tijden een prima gps-tracker (zie onze review).
Met de introductie van de EOS 5D mark III heeft Canon een eigen gps-module aangekondigd en wij hebben deze GP-E2 op onze EOS 650D meegenomen tijdens een fietsrondje door de omgeving.


GPS Receiver GP-E2

De nieuwe, compacte en lichtgewicht gps-module GP-E2 stelt fotografen in staat hun foto’s eenvoudig te voorzien van geografische informatie. De GP-E2 is compatibel met de EOS-1D X, EOS 7D, EOS 5D Mark III en EOS 650D en wordt voor gebruik op de flitsschoen van de camera geplaatst zonder verdere kabeltjes (behalve EOS 7D).

De stroomvoorziening komt van één AA-batterij. Als de module wordt aangezet wordt verbinding gezocht met de beschikbare gps-satellieten en op de camera wordt aangegeven of dit ook het geval is.
De GP-E2 voorziet foto’s van informatie over de lengte- en breedtegraad, de hoogte en de richting waarin de opname werd gemaakt. Deze gegevens worden automatisch toegevoegd aan het EXIF-bestand van de opname (JPEG en RAW) en kunnen weergegeven worden bij terugkijken of tijdens Live view. Je kunt de camera dan zelfs als kompas gebruiken. Tevens kunnen op de camera diverse opties van de GP-E2 worden ingesteld.

Met gps-logging kunnen fotografen bovendien hun route volgen door met concrete tussenpozen gps-gegevens te downloaden, ongeacht of het apparaat op de camera is aangesloten of zich in een cameratas bevindt. Eenmaal terug thuis kunnen de opgeslagen gps-gegevens in de logbestanden gecombineerd worden met de gemaakte opnamen en kan de gehele route worden weergegeven met Google Maps of de meegeleverde Map Utility (ook in ImageBrowser EX) software.

Weergave foto's en track in Map UtilityDetail track. Let op richting fotoname.

Voor een hogere nauwkeurigheid en precisie tijdens het moment van vastleggen van de opname, kan via UTC-informatie afkomstig van de satelliet, de interne klok van de camera gesynchroniseerd worden met de wereldatoomklok. Dit is vooral handig voor professionele fotografen die met meerdere EOS 5D Mark III body’s werken en alle opnamen tegelijk willen verwerken en sorteren op tijdstip waarop ze werden gemaakt.



De praktijk

Nadat we de GP-E2 van een batterij voorzien hebben, hebben we hem op de flitsschoen van een EOS 650D geplaatst en meegenomen op een fietsrit in de omgeving. Onder een strakblauwe lucht vindt de gps-module snel voldoende satellieten. De verbinding wordt weergegeven op de camera en met een testfoto blijkt dat de GP-E2 goed functioneert, gezien de juistheid van de gps-coördinaten van onze locatie die bij terugkijken worden weergegeven.

Tijdens de toertocht hoeven we ons niet te bekommeren om de module. Hij doet gewoon zijn werk. We hebben de GP-E2 op de LOG-stand gezet, zodat we niet alleen gps-gegevens toevoegen aan de foto’s, maar tevens onze route in een track-bestand opslaan.



Bij thuiskomst zetten we de foto’s vanaf de geheugenkaart in een map op de computer. We sluiten via usb de GP-E2 aan, waarmee het betreffende log-bestand in de map Gebruikers, naam, Documents, Canon Utilities, GPS Log Files wordt geplaatst. Als we Map Utility starten kunnen we naar de map met onze foto’s bladeren en tevens zien we het log-bestand. Map Utility werkt als Google Maps en je kunt naar hartenlust inzoomen en op ‘pins’ klikken om de gekoppelde foto’s te zien. In Map Utility zie je tevens de richting waarin de foto’s genomen zijn. Leuke extra van de Canon software is tevens dat je track en foto’s kunt exporteren als kmz-bestand (download voorbeeld). Dit kan geopend worden in Google Earth en je kunt het naar kennissen en vrienden mailen.

De nauwkeurigheid van de GP-E2 is prima en we zien een locatie-afwijking van slechts 5 tot 10 meter.

De toegevoegde gps-coördinaten kunnen praktisch worden gebruikt in Canon’s Map Utility. Maar ook Lightroom 4 laat zich niet onbetuigd en zonder enige extra handeling kunnen foto’s met een gps-tag in de module Kaart zichtbaar gemaakt worden. Als je het LOG-bestand omzet naar GPX, kun je zelfs de route weergeven in Lightroom.

Samenvatting

Ben je veel onderweg en is het van belang dat je de gps-gegevens van foto’s weet, dan kun je niet om de GP-E2 heen: eenvoudig, nauwkeurig, gebruikersvriendelijk en met veel leuke mogelijkheden. Tot op heden is ze alleen compatibel met de vier genoemde EOS-modellen. Mogelijk worden via nieuwe firmware binnenkort ook andere EOS-camera’s geschikt gemaakt voor de GP-E2.

door Pieter Dhaeze

Tot de volgende

Canon Eos 1DX

 

Slechts weinigen van ons zullen ooit met een EOS 1DX aan de slag gaan. Daarvoor is het prijskaartje van dit EOS-vlaggenschip iets te hoog en is ze specifiek bedoeld voor de pure professional. Toch hebben we een testexemplaar naar de redactie laten komen. Niet voor een ‘expert’-review, maar gewoon om een dergelijke camera eens te beleven, hem te vergelijken met onze EOS 5D mark III en om te zien welke ‘snufjes’ van de EOS 1DX we in toekomstige EOS-modellen zouden kunnen verwachten.
Het eerste contact

Zodra we de EOS 1DX uit de doos gehaald hebben, begint het feest der herkenning. Dat lijkt vreemd, want de camera ligt amper een week in de winkel en het enige wat we ervan weten, hebben in de afgelopen zeven maanden na zijn introductie op internet gelezen. Als gebruikers van een EOS 1D mark III voelt de body echter direct vertrouwd aan. Het ontwerp en het gewicht van de EOS 1DX wijkt iets af, maar dat is slechts op nuances en als je een EOS 1D-model gewend bent, dan kent dit nieuwe vlaggenschip op het gebied van ergonomie en uitvoering weinig geheimen en verrassingen. Het moet wel gezegd dat de handgrip van de EOS 1DX prettiger is dan van de EOS 1D mark III en dat ook de knoppen net even wat beter geplaatst zijn.

De tweede joystick is bovendien een ‘joy’ om mee te werken in de portretstand. Grootste visuele verschil is trouwens het prachtige lcd-scherm van de EOS 1DX dat de ‘ouderdom’ van onze EOS 1D mark III typeert.
Een ander stuk vertrouwdheid beleven we als we de camera aanzetten. Drukken we op de menu-knop, dan lijkt het of we op onze EOS 5D mark III aan het werken zijn. De layout van de menu’s is exact hetzelfde. De EOS 1DX heeft echter nog meer persoonlijke instellingen en hoewel die opties duidelijk zijn benoemd in de verschillende menu’s, is het zeker zinvol om in een verloren uurtje hiervoor de handleiding van deze camera eens ter hand te nemen.

We gaan in het kader van deze korte review hier niet alle verschilpunten tussen de EOS 1DX en zijn voorgangers behandelen. Wat we nog wel even kwijt willen is het immens grote en heldere zoekenbeeld en dat zijn joystick beter uitgevoerd is dan bij andere EOS-modellen.

Hoewel de EOS 1DX een fantastisch lcd-scherm heeft, missen we er iets aan. Reden? We hebben sinds een paar weken ook een EOS 650D in de studio en we zijn al zo gewend geraakt aan het draai- en kantel touchscreen, dat we bij het nemen van de testfoto’s met de EOS 1DX vanaf statief, steeds ‘ongemakkelijk’ ver door de knieën moesten om het kader exact te kunnen kiezen. Ook hadden we tevens de neiging om met de vingers op het scherm te tippen om snel een andere ISO in te stellen. We snappen dat een pro-model niet uitgerust kan zijn met een fragiel vari-angle scherm, maar een aanraakfunctie zou toch wel fijn geweest zijn.
 

Onze praktijk
Als je een dergelijk camera als de EOS 1DX voor een samenzijn van slechts twee dagen in handen krijgt, dan wil je eigenlijk maar een paar dingen weten. Kan hij zijn snelheid in combinatie met het haarscherp volgen van een bewegend onderwerp waarmaken en hoe goed is zijn beeldkwaliteit?
Voordat we met het antwoord op de eerste vraag beginnen, is het van het eerste moment duidelijk dat het kloppende hart van dit snelheidsmonster - twee DIGIC 5+ processoren - ervoor zorgt dat elke handeling met de EOS 1DX zonder enige vertraging wordt uitgevoerd. Aanzetten, lichtmeting, scherpstellen, foto nemen, wegschrijven. Alles in de zesde versnelling. Karakteristiek voor deze camera is zijn ultra korte ontspanvertraging (of beter de afwezigheid daarvan) en ook de korte black-outtijd van het zoekerbeeld bij het nemen van een foto. Je verliest je onderwerp letterlijk nooit uit het oog. Zelfs niet bij 12 foto’s per seconden.

Nu we het daar toch over hebben, is het gebruik van zijn motordrive bij het eerste gebruik even schrikken. Leek het fotograferen met 10 beelden van de EOS 1D mark III al een soort mitrailleur, de 2 frames extra van de EOS 1DX maken het geluid van een soort 'zachte' ratel. Het wordt haast een vloeiend geluid. Ook het resultaat van een lange reeks opnamen zou je bijna als een vloeiende film af kunnen spelen (12 fps op 5184 bij 3456!). Zeer indrukwekkend. In JPEG met alle beeldaanpassingen uit én met een Extreme Pro CF-kaart (32 GB, 90 MB/s) ‘schieten’ we met kippenvel op de armen een fietser over aan afstand van 150 meter. Ondanks dat er allerlei obstakels door de zoeker kwamen tijdens het volgen (Case 2 van het Ai Servo presets), is meer dan 95% van de 120 frames scherp op het lichaam en hoofd van ons ‘slachtoffer’. (Mevrouw, bedankt.) . Daarmee is de eerste vraag dus wel beantwoord. Het AF-systeem van de EOS 1DX is bloedje snel en accuraat en laat zijn onderwerp niet meer los. Of juist wel, want dat kun je net als op de EOS 5D mark III, heel eenvoudig zelf instellen.



Als we de vraag over de beeldkwaliteit goed willen beantwoorden, dan moeten we dat in tweeën splitsen: JPEG en RAW. Hoewel we zelf RAW-fotografen zijn, heeft een snelle camera als de EOS 1DX profijt van het werken in JPEG. Met een snelle geheugenkaart is zijn opnamereeks oneindig en bovendien worden alle beeldparameters als Lichte tonen prioriteit, Auto helderheid optimalisatie, Lenscorrectie, Ruisonderdrukking, Verscherping en Beeldstijl uitsluitend op JPEG toegepast. En als we eerlijk zijn, doet de EOS 1DX met de nieuwe DIGIC5+ op dat punt schitterend werk.

Ondersteund door het iFCL-meetsysteem is de belichting bijna altijd ‘spot on’ met veel aandacht voor de hooglichten zonder onder te belichten. Ook zijn de kleuren heel aansprekend, waarbij de witbalans zich steeds van zijn beste kant laat zien, zelfs onder kunstlicht. We merken overigens toch bij de laatste generatie EOS-modellen dat het iFCL-meetsysteem gecombineerd met een DIGIC4 of DIGIC5 prachtige staaltjes van helderheid en kleur laten zien. Reden dat we in veel gevallen toch voor RAW (met Lightroom 4) kiezen, is omdat we in JPEG’s een gering verlies van detail zien door de ruisonderdrukking. Zelfs bij ISO 100. Het lijkt wel of dat op de sensor gebeurt, want Lightroom ‘ziet’ het niet, terwijl DPP dat wel doet en exact dezeflde output heeft als de JPEG direct uit de camera. Het detailverlies is echter alleen zichtbaar bij 100% in Photoshop en zeker bij gevoeligheden boven ISO 1600, is het niet storend.

Zoals gezegd werken we liever met RAW en ontwikkelen we die met Lightroom. Er komen schitterende beelden uit met een hoog contrastbereik (14-bits), prachtige kleuren en veel detail. Boven ISO 3200 zien we een lief korreltje, maar blijft het detail behouden. Pas bij ISO 12.800 zouden we geneigd zijn we een beetje Luminantie Ruisonderdrukking toe te passen, maar niet teveel. DPP doet op het punt van beeldkwaliteit niet onder voor Lightroom, maar we zien hierin steeds toch enigszins de gevolgen van de eerdere genoemde, altijd aanwezige ruisonderdrukking.

We hebben een rondje gelopen met de EOS 1DX en EF 70-200mm 2.8L IS II in een relatief donkere en kleurrijke winkelpassage bij ISO 6400 en f/4 en dat leverde sluitertijden op tussen 1/100s en 1/1000s. Daar hoeft dus geen flitser aan te pas te komen. Een vitrine met sieraden resulteerde zelfs 1/8000 bij ISO 6400 en f/3.2. We konden daarbinnen zelf f/8 gebruiken voor meer scherptediepte.



https://www.dropbox.com/sh/03x53nl1vl3aqyj/XBS3LQE21f  Bekijk hier de beelden uitvergoot.

Om echt te zien hoe de EOS 1DX presteert bij hoge ISO, hebben we in de studio opnamen gemaakt van onze testcase bij een lichtniveau van 3 Ev (ISO 100). Dat is schemerdonker van TL-verlichting. Bij ISO 12.800 en f/5.6 hebben we dan een sluitertijd van 1/30s. Dit verlichtingniveau hebben we ook gebruikt voor ISO 6400 en ISO 3200. Tevens hebben we bij gelijke omstandigheden met dezelfde lens (EF 100mm 2.8) ook opnamen gemaakt met onze EOS 5D mark III. Voor ISO 100 tot ISO 1600 hebben we de hoeveelheid licht verhoogd tot 8 Ev (ISO 100) en om vervolgens met beide camera’s wederom gelijke opnamen te maken.

We hebben de RAW-bestanden via Lightroom, met een tikje witbalans, zonder Luminantie Ruisonderdrukking of enig andere aanpassing omgezet naar JPEG en 1 op 1 vergeleken in Photoshop. En daarin hebben we geen verrassingen gezien en zijn de verschillen tussen de twee camera’s zoals de fysica dat toelaat. De pixels van de EOS 1DX zijn ongeveer 20% groter dan die van de EOS 5D mark III (0,0000458 mm2 vs. 0,00000375 mm2) en dus de signaal/ruisverhouding derhalve ook lager. We zien bij ISO 3200 minder ruis bij de EOS 1DX, maar meer dan een 1/3 tot een 1/2 halve stop beter dan de EOS 5D mark III is het niet. De verschillen zijn zo gering dat een klein verschil in toegepaste verscherping of belichtingscorrectie een grotere invloed heeft op de hoeveelheid zichtbare ruis dan het genoemde verschil in signaal/ruisverhouding.



Desalniettemin is de beeldkwaliteit bij ISO 3200 en ISO 6400 zowel in RAW als JPEG zonder problemen prima te gebruiken voor alle soorten van publicaties van HD-beeldscherm tot glossy spread. Ook als de beelden nog worden gecorrigeerd in belichting of kader. En dat betekent dat je in bijna alle situaties met weinig licht (binnen, schemering) zonder flits uit de voeten kunt en korte sluitertijden (of kleinere diafragma’s) kunt hanteren.

Samenvatting

Wat ons betreft is de EOS 1DX de beste spiegelreflexcamera die Canon ontwikkeld heeft in de afgelopen 25 jaar EOS: supersnel, super accuraat, super beeldkwaliteit en super gebruiksvriendelijk. Het Zilveren EOS-jubileum waardig. Sportfotografen en fotojournalisten krijgen met de EOS 1DX een stukje (of beter stuk) gereedschap in handen, dat ze nooit in de steek zal laten en elke opdracht tot een perfect einde zal brengen. Voor landschaps- en architectuurfotografen is de EOS 1DX met zijn volbeeldsensor en afdichtingen ook een aansprekend keuze, hoewel de EOS 5D mark III met zijn iets hogere resolutie dan ook erg aantrekkelijk is. Studiofotografen zullen voor portret- en productwerk misschien ook neigen naar de EOS 5D mark III, maar de netwerkconnectie op de EOS 1DX is een unieke optie die in de studio heel erg van pas kan komen.

Is de EOS 1DX de perfecte camera? Dat antwoord is simpel te geven. Nee. Want geen enkele camera zal ooit perfect zijn. Hij komt wel aardig in de buurt, maar voor documentaire- en reportagewerk is hij behoorlijk zwaar en opvallend. En voor vogel- en macrofotografie komt hij eigenlijk een 1.6x cropfactor tekort. Ook zou voor die laatste discipline het lcd-scherm draai- en kantelbaar moeten zijn én bovendien multi-touch.

Bovenstaande overwegingen zijn allemaal redelijk rationeel, want als we ons gevoel laten spreken, dan zijn we na twee dagen ‘in het veld’ helemaal verliefd geworden op deze camera. We sturen de EOS 1DX dan ook met de nodige weemoed terug naar Canon Nederland, die we graag van harte willen bedanken voor het beschikbaar stellen van dit ‘hot item’.

Vergelijkende specs van EOS 1DX en EOS 5D mark III. Klik hier.
 
door Pieter Dhaeze
 
Tot de volgende

vrijdag 24 augustus 2012

Eveline

Was toch al enkele dagen geleden dat ik nog eens een model voor de lens heb gehad of gekregen, maar nu was Eveline zo lief om mij te vragen om eens een korte shoot te houden met haar.
Natuurlijk kon ik aan deze vraag niet weerstaan en zijn dan afgelopen woensdag naar onze afgesproken locatie gereden.
Even afspraken gemaakt wat de inhoud van de shoot zou zijn en dan maar hopen dat er mooie beelden op mijn netvlies zouden komen te staan.
Bijgaande beelden zijn allemaal gemaakt met bestaand licht en uitgelicht met een reflectiescherm.
Verder wil ik ook Eveline bedanken voor het model staan en hopelijk tot een spoedig weerzien met haar.



 

 

 

 




  


dinsdag 21 augustus 2012

Flitsfotografie: Werken met flitsers.


Vaak wordt er gedacht dat het gebruik van een flitser een noodzakelijk kwaad is. Veel fotografen denken dat ze de sfeer weg zullen flitsen. Wanneer je echter goed gebruik maakt van een flitser kan de sfeer behouden blijven en kun je tevens het eindresultaat verbeteren. In dit artikel bespreken we de basis van het gebruik van flitsers om tot een beter eindresultaat te komen.

Een flitser kan in veel gevallen een nuttige toevoeging zijn om een geslaagde foto te maken. Doordat je een eigen lichtbron gebruikt ben je minder afhankelijk van het aanwezige licht. 's Avonds kun je een flitser gebruiken waar je anders bij gebrek aan licht een bewogen of zelfs helemaal geen foto had kunnen maken. Op een zonnige dag is een flitser erg bruikbaar om harde schaduwen van direct zonlicht op te heffen en binnenshuis kun je met een flitser bijvoorbeeld voorkomen dat het licht van een raam een groot uitgebleekt vlak wordt en de woonkamer te donker blijft. Hierbij kun je met je flitser binnen voor evenveel licht te zorgen als het licht dat van buiten komt.

Op bijna elke camera zit een ingebouwde flitser. Het nut van deze flitser is helaas beperkt. De ingebouwde flitser zit vaak vlak boven het objectief en flitst recht naar voren. Dit levert doorgaans een platte en felle belichting op met harde schaduwen. Ook heb je met een ingebouwde flitser veel kans op rode ogen en zijn ze daarnaast niet al te krachtig. Wanneer een onderwerp dan wat verder weg is heeft het flitslicht niet genoeg kracht om voor voldoende belichting te zorgen met als resultaat een te donkere foto met vaak een overbelichte voorgrond.

Opzetflitser
Veel meer mogelijkheden heb je al met een opzetflitser. Doordat de flitser hoger is dan de ingebouwde flitser heb je minder snel last van rode ogen op een foto. Daarnaast kun je bij de meeste modellen indirect flitsen dankzij een draaibare kop. Door het flitslicht op een muur of plafond te weerkaatsen wordt het licht veel zachter en komt het bovendien vanuit een andere hoek. Let er echter wel op dat een gekleurd oppervlak kan leiden tot een kleurzweem op je foto. Ook kost indirect flitsen meer energie omdat je een krachtiger flits nodig hebt en dus zullen je batterijen eerder op zijn.

Bij gebruik van een groot objectief kun je bij de ingebouwde flitser last hebben van de schaduw die je lens op de foto werpt. Een opzet flitser zit zoveel hoger dat dit probleem niet meer voor zal komen. De ingebouwde flitser van je camera is daarnaast ook lang niet zo krachtig als een opzetflitser. Ook gebruikt de opzetflitser zijn eigen batterijen en houdt de accu van je camera het dus langer uit. Nog een extra voordeeltje is de hulpverlichting voor de autofocus die je op veel opzetflitsers aantreft. Dit lampje op de flitser licht je onderwerp (vaak met niet storend rood licht) bij zodat je camera er gemakkelijk op scherp kan stellen. Bij sommige modellen kan deze hulplamp zelfs gebruikt worden wanneer de flitser zelf uitgeschakeld staat waardoor je er ook nog wat aan hebt wanneer je even niet wilt flitsen maar het toch te donker is om goed automatisch scherp te stellen.

Opzetflitsers


Flitssynchronisatietijd
Onafhankelijk van het type flitser dat je gebruikt is het altijd belangrijk te letten op de flitssynchronisatietijd van je camera. Deze vind je in de handleiding en is bij veel camera's 1/200 of 1/250 seconde. Deze synchronisatietijd geeft de kortste sluitertijd aan die je kunt gebruiken. Kies je een kortere sluitertijd dan zal slechts een gedeelte van het beeld goed belicht zijn. Een langere sluitertijd gebruiken is geen probleem.

Wil je toch een foto maken met een hogere sluitertijd zet dan je flitser op de zogenaamde 'High Sync' mode. Deze optie is bij de meeste opzetflitsers aanwezig. In deze stand flitst de flitser een aantal malen vlak achter elkaar om er zo voor te zorgen dat het beeld toch in zijn geheel goed belicht wordt. In deze stand is de kracht van de flitser echter minder en wordt er ook meer stroom verbruikt zodat je batterijen sneller leeg zullen zijn.

De sluiter van je camera bestaat in feite uit twee lamellen (ook wel gordijnen genoemd) die vlak achter elkaar verticaal over de sensor glijden. De ruimte tussen de twee lamellen zorgen voor de belichting van je sensor. Bij snelle sluitertijden is deze ruimte steeds kleiner. De flitssynchronisatietijd is de sluitertijd waarbij deze ruimte even groot is als de sensor zelf. De duur van een flits is namelijk zo kort dat anders alleen de spleet tussen de lamellen belicht zou worden door de flits. Afhankelijk van het type camera ligt de synchronisatietijd vaak tussen 1/60 en 1/500 seconden.

Flitsinstellingen
De instelling van het diafragma bepaalt de correcte belichting bij het gebruik van een flitser. Door het diafragma aan te passen laat je meer of minder licht toe. Dit is echter pas van belang wanneer je handmatig met je flitser aan de slag gaat.

Met de sluitertijd instelling van je camera bepaal je hoeveel er van de achtergrond zichtbaar is. Hoe langer de sluitertijd hoe meer er van de omgeving te zien is. Door een kortere sluitertijd te gebruiken kun je de achtergrond van je foto donker maken. Hiermee kun je het hoofdonderwerp, dat door de flits belicht wordt, extra aandacht geven in de foto.

Veel opzetflitsers kunnen gebruik maken van door de lens meting (TTL). Dit zijn altijd merkgebonden flitsers. Niet de flitser maar de camera meet het licht en geeft aan wanneer de flits beëindigd moet worden. Bij digitale camera's wordt er vooraf een flits gegeven zodat de camera de juiste flitsbehoefte kan meten. Deze flits wordt zo kort voor de daadwerkelijke flits gegeven dat je hem met het blote oog niet kunt waarnemen. Je ziet de twee flitsen als één flits.

Het voordeel van een TTL flitser is dat je zelf minder aandacht hoeft te hebben voor de correcte instellingen; de camera neemt het werk uit handen en zorgt voor een goede opname. Wanneer je echter wat meer creatieve mogelijkheden wilt hebben is het handig als je flitser ook handmatig in te stellen is. Iets om op te letten bij de aanschaf van een opzetflitser.

Sommige opzetflitsers hebben een zoom optie. Afhankelijk van het gebruikte objectief zoomt de flitser mee om de hoek van het licht te optimaliseren. In de groothoekstand wordt het licht zo wijd mogelijk verspreid, zoom je in dan wordt ook het licht over een kleinere hoek afgegeven. Het licht kan zo met hetzelfde vermogen verder reiken.

Om het flitslicht minder hard en direct te maken kun je een diffuser gebruiken. Hiervoor zijn specifieke accessoires op de markt zoals de Omnibounce opzetstukken. Goedkoper en eenvoudiger is het gebruik van een witte zakdoek om het licht meer te verspreiden. Je kunt deze simpelweg met een elastiekje om je flitskop bevestigen. Uiteraard wordt ook de kracht van je flitser minder door het gebruik van een diffuser.

Flitsfoto van Freek
Flitsfoto in een slecht verlichte ruimte.
Een hoge ISO waarde zorgt ervoor dat de achtergrond ook mooi verlicht blijft.


Flitsbereik
Flitsers zijn gemaakt om te gebruiken met lenzen die binnen het standaard bereik vallen, zo ongeveer van 24 tot 200mm. Wanneer je daar buiten gaat moet je hier rekening mee houden. Bij een groothoeklens kun je vignettering voorkomen door een diffuser te gebruiken, voor een extreme telelens bestaan er reflectoren die het licht van je flitser verder bundelen. In beide gevallen zul je baat hebben bij een krachtige flitser.
Richtgetal

Wanneer je een flitser gaat aanschaffen wordt de maximale kracht van de flits aangegeven met het richtgetal. Hoe hoger het richtgetal, hoe groter de lichtopbrengst. Het richtgetal is gelijk aan het product van de afstand tot het onderwerp en het benodigde diafragma. Bij een richtgetal van 42 heb je op een afstand van 3 meter dus diafragma f/14 nodig voor een goed belichte opname (3 x 14 = 42). Het richtgetal is altijd gebaseerd op een camera instelling op 100 ISO. Omdat een flitser ook minder krachtig kan flitsen dan de maximale stand is het aan te raden een flitser aan te schaffen met een zo hoog mogelijk richtgetal. Overigens is het richtgetal ook echt zoals het woord zegt een richtgetal. Afhankelijk van het objectief en de omgeving varieert de benodigde flitskracht. Witte muren zorgen bijvoorbeeld voor meer reflectie dan donkere muren en dus is er een minder krachtige flits nodig.

Ook de ISO waarde is dus van invloed op het richtgetal, schakel je over naar 200 ISO dan heb je de helft van de flitskracht nodig om eenzelfde object goed te verlichten. Door je camera bij flitsfoto's op 400 ISO te zetten bespaar je dus ook flink op je batterijen. Daarnaast registreert je sensor bij deze hogere lichtgevoeligheid meer van het omgevingslicht bij kortere sluitertijd. Hierdoor heb je minder last van donkere achtergronden in je foto's.

Eerste of tweede gordijn
Op de camera zijn meer mogelijkheden om het gedrag van je opzetflitser te beïnvloeden. Zo kun je instellen of je de flits op het eerste of op het tweede gordijn wilt. Standaard staat deze meestal op het eerste gordijn zodat het onderwerp belicht wordt op het moment dat je afdrukt. Bij beweging kan dit echter een raar effect opleveren. Wanneer je bijvoorbeeld een rijdende auto in het donker fotografeert bij een wat langere sluitertijd (bijvoorbeeld 1/60 seconde) zullen de achterlichten op de foto tegen de beweging in als een vage streep zichtbaar zijn. De flitser gaat namelijk direct bij het afdrukken af, maar de sensor wordt nog langer belicht. Dit rare effect kun je tegengaan door je flitser op het tweede gordijn te laten flitsen. De flits wordt dan pas aan het eind van de opname afgegeven waardoor eerst de vage streep getrokken wordt en je vervolgens de auto bevriest vlak voordat de sluiter weer dicht gaat.

Flitsfoto Sara
Een bijzonder effect kun je bereiken door een langere sluitertijd te combineren met een flits


Ook de flitsbelichtingscompensatie is op de meeste camera's in te stellen. Hierbij geef je aan dat de camera iets meer of juist iets minder licht moet afgegeven dan de gemeten waarde. Wanneer je bijvoorbeeld constant een overbelichte foto krijgt kun je de flitsbelichtingscompenstatie één stop laten minnen. De flitser geeft dan de helft minder licht af ten opzichte van de gemeten waarde.
Schilderen met licht

Een leuke manier om met een flitser te werken in een donkere ruimte of 's avonds buiten is het zogenaamde schilderen met licht. Zet je camera op een statief en stel een lange sluitertijd in, bijvoorbeeld 30 seconden. Kies een bijpassend diafragma voor een correcte belichting of laat de camera dit doen door de sluitertijdvoorkeuze (S/Tv) te gebruiken. De opzetflitser haal je van de camera en neem je in de hand mee. Terwijl de foto gemaakt wordt richt je de flitser op onderdelen in de ruimte die je extra wilt belichten. Op je flitser zit een knopje om deze handmatig af te laten gaan waar je nu gebruik van kunt maken. Door één of meerdere malen in je scene te flitsen kun je op de door jou gewenste plekken extra licht toevoegen in de scene. Let er wel op dat je zelf niet in de foto verschijnt wanneer je flitst door buiten beeld of achter een voorwerp te gaan staan. Deze techniek is natuurlijk ook mogelijk bij gebruik van een zaklamp in plaats van een flitser. Een kabelontspanner is een handige accessoire om met de bulb instelling van je camera nog langere belichtingen mogelijk te maken zonder dat je de camera beweegt.

Studioflitsers
Wanneer mobiliteit minder belangrijk is kun je gebruik maken van studioflitsers en een studiolocatie om volledige controle over je licht te hebben. Een groot voordeel van studioflitsers is dat ze niet werken op batterijen maar gebruik maken van netspanning. Hierdoor zijn ze veel krachtiger dan losse opzetflitsers. Overigens zijn er wel accu's verkrijgbaar voor studioflitsers zodat je ze toch op locatie kunt gebruiken. Je moet dan echter wel flink wat apparatuur vervoeren.

Bij het gebruik van de ingebouwde flitser of een merkgerichte opzet flitser als flitsontsteking voor een studioflitsset kan de eerder genoemde voorflits voor problemen zorgen. De studioflitsers registreren de voorflits en flitsen mee, wanneer vlak daarna de daadwerkelijk flits volgt op het moment dat de sluiter open staat zijn de studioflitsers nog niet opgeladen. Het resultaat is dan een donker, soms zelfs zwart beeld. Om dit te voorkomen moet je de opzetflitser op handmatig zetten of een aparte flitsontsteker aanschaffen.

Sekonic L-358 lichtmeter
De Sekonic L-358 lichtmeter


Het werken met studio apparatuur vereist wel de nodige oefening en het is verstandig om hiervoor een goede flitslichtmeter aan te schaffen. De Sekonic L-358 is op dit gebied een aanrader en is verkrijgbaar vanaf zo'n 350 euro. Met de lichtmeter kun je precies bepalen hoeveel licht er op je model valt en welk diafragma je dan in moet stellen. Het aanschaffen van een studioflitsset inclusief de benodigde accessoires zoals een lichtmeter, flitsontsteker en wellicht een softbox kost al snel zo'n 1000 tot 1500 euro. Betaalbare studioflitsers zijn er bijvoorbeeld van Falcon Eyes , Jinbei en de Elinchrome D-lites. Een model van zo'n 400 watt is geschikt voor de meeste situaties. Ook hier geldt dat je krijgt waarvoor je betaalt, wil je wat robuuster materiaal en een constante lichtopbrengst geef dan wat meer geld uit.

Conclusie
Het gebruik van flitsers kan een geweldige toevoeging zijn om mooie foto's te maken. Je moet daarvoor echter wel in de gaten houden waar je mee bezig bent en niet simpelweg vertrouwen op de automatische meting en de ingebouwde flitser van je camera.
 
 
Elja Trum
Dit artikel is eerder verschenen in fotomagazine Zoom.nl.
 
 
Tot de volgende

dinsdag 7 augustus 2012

Foto van de maand

Voor deze foto van de maand heb ik gekozen voor een sensuele opname. De stijl van fotograferen en het werken met het bestaande licht heeft mijn interesse getrokken. U zou het een soort van David Hamilton-fotografie kunnen noemen met de pastelkleuren.
Deze fotografie is één van mijn volgende uitdagingen, maar eerst even zoeken naar een gepaste locatie en natuurlijk een geschikt model.
Indien er onder de lezers/bezoekers zich naaktmodellen zouden, kunnen deze altijd even contact opnemen met mij via e-mail.   





Graag tot het volgende beeld van de maand.

Straatfotografie 1

Vorig weekend even wat aan straatfotografie gaan doen in Gent. Straatfotografie is een stiel apart zou ik zeggen, toch als ge er nog niet veel kaas heeft van gegeten. Het was dan ook een uitdaging, want ik nog maar weinig kunnen oefenen in Maastricht en je moet er wel wat durf voor hebben.



Onderhandelen
f8 - 40mm - 1/200sec - iso 200

Merendeels wordt er gefotografeerd met een 50 mm lens zodoende dat u over een tamelijk groot beeld kan beschikken en dus wat ruimte heeft om misschien laten nog even te croppen.
Maar hier is natuurlijk één obstakel aan verbonden, "kort bij het onderwerp komen" en dit is nu juist wat u niet zal overwinnen met één keer aan straatfotografie te doen. Daarom had ik een gulden middenweg gekozen en mijn Canon EF 24-105mm f/4L IS USM lens gebruikt.



Even uw aandacht mevrouw!
f 5.6 - 32mm - 1/50sec - iso 200

Ben eerst wat twijfelachtig begonnen, maar na een tijdje heb ik het toch aangedurfd om mijn opnamen van dichterbij te maken.
Niet iedereen is ermee opgezet, sommigen wuiven u gewoon weg of draaien het hoofd, anderen lopen weg of maken u de opmerking "niet gefotografeerd te willen worden" wat ik dan ook respecteer.
Ok is het geduldig wachten om op het juiste moment af te drukken, om zo die blik of beweging die het beeld maakt te kunnen fotograferen.



Mag ik eens even kijken?
f 7 - 60mm - 1/250sec - 200 iso


Het is soms ook zeer snel handelen en kan er niet veel aan instellingen gedacht worden. Voor wat zekerheid van beelden te hebben zijn een groot aantal foto's gemaakt op half-automatisch (P) en mijn AF-selectie meerpuntsbelichting. Mits het een zomerse dag was, heb ik mijn iso-waarden gehouden op 100 en later in de namiddag op 200 of wanneer de lichtomstandigheden het echt niet toe lieten.














Ja, even een foto tegen die muur...
f5 - 55mm - 1/60sec - 100 iso

De getoonden foto's hieronder heb ik speciaal in kleur en zwart/wit geplaatst om u een gedacht te geven wat het verschil kan zijn in beiden. Merendeel van deze fotografie wordt afgebeeld in het zwart/wit, maar aan u de keuze tussen beiden. 



Hopelijk niets vergeten!
f5 - 47mm - 1/100 sec - iso 100




Even op uw zij en lachen, dat is het....
f5 - 95mm - 1/200sec - iso 100



Nog even een sjekkie!
f 4.5 - 85mm - 1/125sec - iso 100

Hopelijk heeft u er wat aan gehad en alle suggesties en commentaar is welkom.
Graag tot mijn volgende uitstap.

Tot de volgende,












Test en review Canon 5D Mark III


Test Canon 5D MK3

De Canon 5D MK3 is in maart 2012 op de markt gekomen en heeft als illustere voorouders de Canon 5D en de Canon 5D MK2. Deze laatste blijft voorlopig nog leverbaar. De Canon 5D was de eerste betaalbare digitale volformaat reflexcamera, de Kodak 14 niet meegerekend, en had in de begin jaren geen concurrenten. De opvolger, de Canon 5D MK2, kreeg direct concurrentie van Nikon en Sony. Omdat het AF systeem van zowel de Canon 5D als de Canon 5D MK2 eenvoudig van opzet is, is de doelgroep van deze twee camera's eerder trouwfotografen en landschapsfotografen dan sportfotografen. De Canon 5D MK3 beschikt echter over een geavanceerd AF systeem en het aantal beelden per seconde is van krap 4 naar 6 gegaan. Bovendien is de Canon 5D MK3 veel meer toegespitst op video. De Canon 5D MK3 is daarmee een veelzijdige camera.



De vormgeving, denk daarbij aan de wat afgeronde vorm van het pentaprisma, komt bekend voor. Toch ligt de Canon 5D MK3 net wat beter in de hand dan de voorganger. Wellicht door de iets ruwere bekleding. De knoppen en knopjes voelen allemaal wat degelijker aan en de levensduur van de sluiter is verhoogd. Handig is dat de accu van de Canon 5D MK2 ook bruikbaar is op de Canon 5D MK3. Nieuw is dat er nu 2 geheugenkaarten tegelijkertijd in de camera passen: 1 CF kaart en 1 SD kaart.
Uit veel details blijkt dat Canon goed geluisterd heeft naar gebruikers. Zo is de PASM mode knop vergrendeld tegen ongewild verdraaien en is de aan/uit knop nu veel handiger te bedienen. De afleesbaarheid van het niet draaibare, maar wel iets vergrote, scherm is er op vooruit gegaan. Heel slim bedacht is dat je meteen op het stukje beeld waarop je scherpgesteld hebt, kan inzoomen. Dat scheelt heel wat gescrol. De sluiter is net een tikkeltje rumoeriger dan de sluiter van de Canon 5D MK2. Maar er is ook een aparte instelling op de Canon 5D MK3, waarbij de sluiter minder geluid maakt.
Die vele verbeterde details en de uitstraling van verhoogde degelijkheid zorgen ervoor dat je de indruk krijgt dat je met een totaal andere camera te maken hebt. Maar dat betekent ook dat de gewenningstijd wat langer is.
Canon wordt, al dan niet terecht, gezien als de aanjager van de megapixel oorlog. Maar bij de Canon 5D MK3 heeft Canon afgezien van veel extra pixels en gekozen voor betere videomogelijkheden, minder ruis en een hoger bruikbaar dynamisch bereik. Voor veel toepassingen is pakweg 20 megapixels voldoende en wil je meer pixels, dan stap je over op een middenformaat camera, zo zal Canon misschien gedacht hebben. De Nikon D800 en de Nikon D800E zijn daar natuurlijk ook een alternatief voor. En dat verpest het Canon 5D MK3 feestje een beetje.

Metingen voor deze test zijn uitgevoerd met behulp van Imatest. De meetresultaten staan in het Canon 5D MK3 testrapport. Voor de testwijze en de uitleg van begrippen: zie FAQ.

Canon 5D MK3 versus Canon 5D MK2
  • Het AF systeem van de Canon 5D MK3 kent geen 9, zoals bij de Canon 5D MK2, maar 61 AF punten. Een deel daarvan is uitgevoerd als kruissensor en de sensoren zijn in groepen te verdelen. De sensoren zijn beter verspreid over het zoekerbeeld.
  • Het aantal megapixels is nauwelijks toegenomen, namelijk van 21 naar 22 MP. Het ISO bereik is sterk uitgebreid tot maximaal 102.400 ISO.
  • De maximale beeldfrequentie, belangrijk voor sportfotografen, is toegenomen van krap 4 naar 6 beelden per seconde.
  • De menustructuur is veranderd. De menustructuur van de Canon 5D MK2 lijkt heel sterk op die van bijvoorbeeld de Canon 40D, 50D, 60D en 7D. Het menu van de Canon 5D MK3 kent kleuren en een extra onderverdeling.
  • De afdichting tegen spatwater en stof zou verbeterd zijn. Dit is niet door ons getest. Wel voelt de camera veel degelijker aan.
  • De video mogelijkheden zijn toegenomen en de specificaties beter.
Canon 5D MK3 versus Nikon D800 / Nikon D800E versus Sony A900
  • De bijna gelijktijdig geïntroduceerde Nikon D800 en Nikon D800E zijn de opvolgers van de Nikon D700 en kent 38 MP. Het aantal beelden per seconde bedraagt 4 en de winkelprijs is wat lager dan van de Canon 5D MK3. De Nikon D800 beschikt over een ingebouwde flitser, de Canon niet.
  • De Sony A900 behoort nu tot de vorige generatie volformaat camera's en de 24 MP beeldsensor staat bekend om een wat grotere ruisgevoeligheid bij hoge ISO waarden. De camera is inmiddels uit productie en Sony zou aan een opvolger werken, de Sony A99.
Zoeker, beeldscherm en menu
Wanneer je een APS-C camera gewend bent, dan is de grote en heldere zoeker van de Canon 5D MK3 een hele verademing; zorgvuldig een compositie maken gaat hiermee veel gemakkelijker. De zoekernauwkeurigheid bedraagt 100%, een geringe verbetering ten opzichte van de Canon 5D MK2. De vergroting bedraagt 0,71 zodat de totale vergroting 0,71 bedraagt. De aanduiding van sluitertijd, diafragma e.d. is wat beter leesbaar dan bij de Canon 5D MK2. Heel handig is de mogelijkheid om een raster in de zoeker te schakelen. Scheve horizonnen behoren daardoor tot het verleden. Het beeldscherm achterop de camera is niet draaibaar of kantelbaar, met name macrofotografen zullen dit als een gemis ervaren.
Het netto formaat van het beeldscherm is weer wat toegenomen. Het menu is door de Canon technici flink onder handen genomen. Je hebt nu 5 tabbladen in de breedte en elk tabblad heeft een eigen kleur. Sommige tabbladen hebben een onderverdeling waardoor je nooit hoeft te scrollen. Nadat je er aan gewend bent werkt het heel handig.
Scherpte: resolutie
De Canon 5D MK3 levert, voorzien van een goede lens zoals de Canon 100 mm IS Macro, een jpg bestand met een resolutie van gemiddeld 2000 lijnen per beeldhoogte. Met een standaardbewerking van de RAW bestanden in Lightroom wordt een grotere scherpte-indruk verkregen, wat zich vertaalt in een gemiddelde resolutie van iets meer dan 3000 lijnen per beeldhoogte. We zien bij de Canon 5D MK2 nagenoeg dezelfde waarden. Bij hogere ISO waarden neemt de resolutie af, bij de Canon 5D MK2 gebeurt dat eerder en wat sterker.
Scherpte in de praktijk
Op het punt van resolutie bij lage ISO waarden gedraagt de Canon 5D MK3 zich vrijwel identiek met de Canon 5D MK2. Hiernaast zie je een 200 ISO opname, gemaakt met de Canon 5D MK3. Hieronder zie je twee 100% deelvergrotingen van een RAW bestand en een jpg bestand. Bij hogere ISO waarden zie je wel een verschil tussen de 2 beeldsensoren. Bij de Canon 5D MK3 neemt de resolutie namelijk minder af dan bij de Canon 5D MK2.


Hiernaast zie je beelduitsnede van de bovenstaande opname, die overdag is gemaakt met de Canon 5D MK3, ingesteld op ISO 200.

Beweeg je muis over de afbeelding voor een uitvergroting van een jpg bestand op 100%.


Dit bankje is een klein detail uit de bovenstaande foto van een huis. Het verschil in scherpte tussen een jpg bestand rechtstreeks uit de camera met een resolutie van 2000 lijnen per beeldhoogte (linkeropname) en een RAW bestand ontwikkeld met Lightroom 4.1 RC1 en een resolutie van 3000 lijnen per beeldhoogte (rechts) is goed zichtbaar. Zie bijvoorbeeld het grind onder het bankje of de steentjes in de muur.
Dynamisch bereik
Het totale dynamische bereik is 13 stops voor een RAW bestand over het hele dynamische bereik. Dat is het maximum van wat wij met onze testopstelling kunnen meten en wat een 14 bits sensor kan halen. Ook de Canon 5D Mk2 haalde in onze vorige test deze waarde.
Het bruikbare dynamisch bereik van een Canon 5D MK3 RAW bestand is bij 100 ISO maar liefst 2 stops groter dan van een 5D MK2 bestand. Dat is een groot verschil. In de praktijk merkten we dat het correct belichten bij fel zonlicht bij de 5D MK3 veel gemakkelijker ging dan bij de Canon 5D MK2. Aan beide zijden van het histogram hielden we altijd 'ruimte' over, en zo hoort het!
Ruis
De goede signaal-ruis verhouding van de Canon 5D MK3 is mede de oorzaak van het hoge bruikbare dynamische bereik. De testresultaten staan in het Canon 5D MK3 testrapport. Het verschil in ruis tussen onbewerkte RAW bestanden en in0camera jpg bestanden is opvallend klein. Uit de opnamen en uit de grafieken blijkt het verschil tussen de Canon 5D MK3 en de Canon 5D MK2 ongeveer 1 stop te zijn. Hiernaast staat een detail uit een 200 ISO RAW jpg opname.
Een A3+ afdruk met als basis een 12.800 ISO, RAW of jpg, bestand ziet er heel goed uit. Veel details en ruis, ook in egale vlakken, is niet zichtbaar. Daarboven zal je meer aandacht aan ruisonderdrukking moeten besteden.
Beweeg je muis over deze ISO 200 ISO jpg opname voor een 100% vergroting.
Kleurweergave

De Canon 5D MK3 levert bij daglicht RAW bestanden met een heel goede kleurweergave over het hele ISO bereik (Delta E 94 = 6 voor RAW en jpg). Vroeger werd de verzadiging van de kleuren lager als je een digitale camera instelde op hoge ISO waardes. Tegenwoordig is dat niet meer zo. Bij de RAW bestanden (ontwilleld in Lightroom RC 4.1) blijft de verzadiging constant 105% over het hele ISO bereik. Bij de jpg bestanden zijn de allerhoogste ISO bestanden circa 10% minder verzadigd. Hiernaast zie je een opname gemaakt bij 25.600.
Beweeg je muis over deze ISO 25.600 RAW opname voor een 100% vergroting.
Bij kunstlicht is de kleurafwijking twee keer zo groot voor jpg (Delta E94 = 11) en RAW bestanden (Delta E 94 = 13). Zie verder het Canon 5D MK3 testrapport. Wie in RAW fotografeert kan de witbalans bij kunstlicht heel gemakkelijk verbeteren ten opzichte van de automatische witbalans. Onze ervaring is dat met een kleine aanpassing van de witbalans van kunstlichtopnames bijna net zo'n nauwkeurige kleurweergave te verkrijgen is als bij daglicht.
Ingebouwde flitser
De Canon 5D MK3 heeft geen ingebouwde flitser, terwijl de Nikon D800 / Nikon D800E dat wel hebben.
Autofocus snelheid en nauwkeurigheid
Het autofocus systeem van de Canon 5D MK3 is overgenomen van de Canon 1Dx, met dien verstande dat de Canon 1Dx een extra AF processor heeft. Het systeem bestaat uit maar liefst 61 AF punten die voor een volformaat camera goed over de hele zoeker verspreid zijn. Dat verspredingsgebied is 2,5 keer zo groot als bij de Canon 5D MK2. Hierdoor is het met de Canon 5D MK3 veel makkelijker om een AF punt te kiezen dat op de juiste plaats in het beeld zit. Veel AF sensoren zijn extra gevoelige kruissensoren en via het menu stel je de autofocus in. Zo kan je kiezen voor een statisch onderwerp of voor een onderwerp dat beweegt en door het AF systeem gevolgd wordt. Een versnellend onderwerp heeft een andere instelling nodig dan een onderwerp met constante snelheid. Ook kan je e.e.a. zo instellen dat er niet op een voorwerp dat even tussen camera en onderwerp inkomt, scherp gesteld wordt. En om het ingewikkeld te maken, met 3 parameters, kun je elke instelling weer 'fine-tunen'. Om het verhaal nog wat completer te maken, je kan als fotograaf ook nog kiezen welke AF punten gebruikt worden. Een hele geruststelling is dat je de camera zo kan configureren dat je met een simpele knop het gebruikte AF punt kan selecteren.
Ook de autofocus snelheid van de Canon 5D MK3 hebben we vergeleken met de autofocus snelheid van de Canon 5D MK2. We hebben het middelste AF punt geselecteerd om op 1 vast punt scherp te stellen. De camera moest van 15 meter naar 1,5 meter scherpstellen en de gebruikte lens was de Canon 70-200 2.8 mm II. De Canon 5D MK3 blijkt maar liefst 40% sneller te zijn dan de Canon 5D MK2. Daarnaast bleken alle opnamen scherp te zijn.
Autofocus tracking
De autofocus van de Canon 5D MK2 deed het niet goed bij bewegende onderwerpen. Hoe doet de Canon 5D MK3, met daarop de Canon 70-200 2.8 II, het op dit vlak?
We hebben vele series van ongeveer 18 opnamen gemaakt waarbij auto's met 80 km/uur de camera tegemoet reden. Het middelste AF punt werd gebruikt en 6 beelden per seconde werden er gemaakt. Van de 18 opnamen waren er meestal 17 scherp, in een enkel geval 16 of 18. Kortom, dit werkt goed.
Bij een variant op deze testopstelling lieten we een auto tussen camera en auto waarom het ging met een snelheid van 80 km per uur in tegenovergestelde richting rijden. Zie hiervoor de afbeeldingen hiernaast. Het AF systeem werd dus als het ware even in de war gebracht door de auto die eventjes tussen camera en onderwerp was. Nadat er geen auto tussen camera en de auto waarop scherp gesteld meer is, heeft de Canon 5D MK3 ongeveer 2 of 3 beelden nodig om weer scherpe foto's te krijgen.
Natuurlijk zijn we ook heel benieuwd of de Canon 5D MK3 een rijdende auto die schuin het beeld in komt rijden kan volgen. De camera heeft dan verschillende AF punten nodig. De snelheid van de tegemoet komende auto's was ongeveer 50 km/uur en we selecteerde handmatig 1 AF punt. We hadden de camera zo ingesteld dat automatisch ander AF velden gekozen werd om de auto te kunnen volgen. Van de 10 series lukte dat in 9 gevallen goed. Bij 1 serie werd de auto niet goed gevolgd. Ook dit resultaat stemt ons tot tevredenheid.


Bron:


Tot een volgende